Europese spin van het jaar 2012
De Gewone grottenspin – Meta menardi (Latreille, 1804)
De eer van Europese Spin van het Jaar 2012 en, voor het eerst, een dubbelverkiezing als Grottensoort van het Jaar, valt te beurt aan een bijzondere strekspin (Tetragnathidae). 84 Europese arachnologen verkozen dit jaar de Gewone grottenspin, Meta menardi (Latreille, 1804), een bewoner van ondergrondse habitats.
De Gewone grottenspin is één van de 955 gekende soorten strekspinnen wereldwijd. In Europa werden tot dusver 29 soorten van deze familie gevonden, waarvan in België vijftien soorten voorkomen.
De Gewone grottenspin is wijd verbreid binnen de Palearctische regio. Ze komt voor in allerlei donkere, ondergrondse habitattypes. In België betreft dit vooral grotten, spelonken of verlaten groeves in Wallonië. Onlangs pas werd ze voor het eerst officiëel gemeld in Vlaanderen (mergelgroeven in Limburg). Meta menardi blijkt echter ook te gedijen in andere duistere, lugubere urbane milieus zoals rioleringen, oude beerputten en kelders. Een gemiddelde vochtigheid en quasi constante temperatuur boven 7°C genieten de voorkeur, terwijl tochtige en zeer vochtige leefruimtes eerder worden vermeden.
De lichaamslengte bedraagt 11 tot 13mm bij mannetjes en 14 tot 17mm bij vrouwtjes. Het donkere, roodbruine kopborststuk contrasteert met het lichte tot donkerbruine achterlijf waarop meestal twee duidelijke, donkerder plekken zijn te onderscheiden. Beide lichaamsdelen zijn getooid met een donkere, bijna zwarte tekening. De poten zijn okerkleurig tot bruin en zwart geringeld. Eigenlijk is de Gewone grottenspin enkel te verwarren met de Holenwielwebspin,Metellina merianae (Scopoli, 1763): een kleinere, eerder grijs gekleurde verwante soort met meer uitgebreide donkere tekening op het kopborststuk.
Tijdens de vroege zomermaanden heeft de voortplanting plaats. Daarna, midden juli tot augustus, spint het vrouwtje een twee tot drie cm grote cocon rond 200 à 300 eitjes. De cocon wordt aan een dunne spinseldraad opgehangen. De moederzorg duurt twee tot drie maanden, tot wanneer het vrouwtje sterft. De jonge spinnen verlaten de beschermende cocon niet tot de volgende lente. Wanneer de eerste jongen het spinsel open scheuren, migreren ze richting de ingang van de donkere verblijfplaats. Daar verblijven ze enkele dagen tot weken. Sommige jonge spinnen verlaten zo hun oude stek en begeven zich naar andere duistere plekken, anderen zijn meer honkvast en blijven. Deze vorm van ‘risicospreiding’ zorgt enerzijds voor de verdere verspreiding van de Gewone grottenspin maar ook voor het behoud van lokale populaties. De Gewone grottenspin bereikt een leeftijd van twee tot drie jaar, in tegenstelling tot de meeste andere inheemse spinnensoorten die amper een jaar leven.
De 20 tot 30cm grote rudimentaire wielwebben met hangende vangdraden worden nauwelijks gebruikt om prooien te vangen. Daarentegen brengt Meta menardi veel tijd door op de rotsige of stenen wanden van haar woonst, jagend op pissebedden, kevers, duizend- en miljoenpoten, overwinterende vlinders en andere kleinere dieren; zelfs slakken staan occasioneel op het menu. Prooien worden via dunne spinseldraden aan het wielweb bevestigd. Jagen zonder het gebruik van een web wordt in dit geval gezien als een gedragsmatige aanpassing als ‘grottensoort’.
De dubbelverkiezing Europese Spin én Grottensoort van het Jaar onderlijnt de vlotte samenwerking tussen speleologen en (grotten)biologen. Biologen vertrouwen vaak blind op de lokale kennis van speleologen om kennislacunes over grot-ecosystemen in te vullen en meer inzicht te verwerven in hun functionaliteit en evolutie.
In Engeland kwam de soort in 2001 in het nieuws toen arbeiders van British Telecom een kolonie ontdekten in de nutsgangen onder Windsor Castle. De wildste verhalen deden in de media de ronde over deze kolonie (“duizenden agressieve, giftige spinnen met een ‘doormeter’ van 9 cm, behorend tot een nieuwe soort”). Toen de soort dan uiteindelijk door arachnologen kon gedetermineerd worden, en het om een onschuldige spin bleek te gaan, zette geen enkele Britse krant de kemel recht.
Houd je ogen wijd open bij een bezoek aan duistere, ondergrondse plekken; de Gewone grottenspin beloert je van op een gladde rotswand!
Christoph Hörweg & Kevin Lambeets
Gegevens uit België kunnen, liefst met foto, worden ingegeven op waarnemingen.be. Op die manier krijgen we een goed beeld van de huidige verspreiding van de Gewone grottenspin in België.
Contact België
Rudy Jocqué, Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL vzw
jocque(a)africamuseum.be
Mark Alderweireldt, ondervoorzitter Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL vzw. mark.alderweireldt(a)oost-vlaanderen.be